Uit ’t Almanakske, april 2024 … 

Er werd ’s nachts ingebroken bij Martin Vermandere die natuurlijk direct klacht neerlegt bij de politie.

’s Anderendaags krijgt ie al ne telefoon van ’t commissariaat dat ze den inbreker opgepakt hèn. Martin belt een kertierke later were naar de politie en vraagt: ‘Zoe ’k ik dienen inbreker ne keer kunnen spreken?’

‘Waarom mijnhere? Dat kan en mag eigenlijk nie. Raar daje gij die vrage stelt’, antwoordt de politieagente.

‘Ewel madamke’, zegt Martin, ‘diene vent es ten tweeën ’s nachts bij mij binnen geweest zonder mijn vrouwe Charlotje wakker te maken. Als ’t ie mij zoe kunnen expliceren hoe dat ’t ie dat gedaan heeft, trek ik sebiet mijne klacht weer in’.