Johan Colpaert

Voorzitter

Kerkstraat 15 – 8580 Avelgem

Jan Denys

Ere-penningmeester

Pastoor Slossestraat 25 bus 120 – 8800 Rumbeke

Koen Denijs

Ondervoorzitter – verantwoordelijke ‘denktank’ – ridderslager

Oude Rozebekestraat 44 – 8830 Hooglede

Wilfried Devoldere

Secretaris – Hoofdredacteur – Webmaster

Leeuwerikstraat 5 – 8800 Roeselare

Nikolas Vandelanotte

Penningmeester

Steenland 11 – 8930 Rekkem

E.H. Henk Laridon

Proost

Markt 32 – 8790 Waregem

Jan Meuleman

Public Relations

Secr. Vanmarckelaan 19 – 8560 Moorsele

Wim Debu

Hoofdverdeler almanak – Webmaster

Kobbestraat 4 – 8511 Aalbeke

Dirk Spruytte

Huisfotograaf – organisatie Mannekesdag

Tijmstraat 4 – 8600 Diksmuide

Brigitte Vandermeersch

Organisatie Mannekesdag

Beukenstraat 19 – 8800 Roeselare

Johan Mattelaer

Editor Jubileumboek

A. Van Den Abeelelaan 12 – 8500 Kortrijk

Johan Roelstraete

Ceremoniemeester

Kransvijver 41 – 8501 Heule

Christinne Vanhamme

Organisatie Mannekesdag

Kransvijver 41- 8501 Heule

Ere-Mannekes

Ere-voorzitter en herstichter : Willem DENYS (†1983)

Ere-voorzitter : Lieven SPYCKERELLE (†2005)

Ere-ondervoorzitter : Valère ARICKX (†2001)

Ere-ondervoorzitter: Bert DEWILDE (†2020)

Ere-hoofdredacteur: Antoon DEWEERDT (†2011)

Ere-secretaris: Guido FOSSEZ (†2021)

Ere-proost: Lode MONBALIU (†2007)

Ere-bereklid: Gilberte ZWAENEPOEL(†2008)

Ere-bereklid: Alain DE CALUWE (†2020)

Berek: betekent ‘bestuur ‘. Een oude benaming uit het Middelnederlandse ‘recken’ wat ‘regelen’ betekent en verwant is met ‘regeren’. Het woord berek is helemaal geen uitvindingen van ’t Manne ke maar is een oud Middelnederlands woord, dat al in 1295 in de Brugse annalen voorkomt: Alard Lam ende Colard Cortscoef als scepenen int berec (zie Vroegmiddelnederlands Woordenboek I, 448). In de periode van de vervlaamsing van de openbare besturen in het laatste kwart van de 19de eeuw werd het woord opnieuw in gebruik genomen. Dit was een tijd van West-Vlaams taalparticularisme, waarbij geleerden als De Bo, Guido Gezelle en anderen zich inspanden om het West-Vlaamse taalgebruik in ere te houden en ons niet te laten overspoelen door Brabantse of Hollandse woorden en gezegden, als we er evenwaardige tegenover konden stellen. (Bron: Biekorf 2006 – pag. 206)